Het trans-Atlantisch slavernijverleden

Verborgen verleden

Almere is de jongste stad van Nederland, die nog geen vijftig jaar geleden uit de Flevolands klei werd opgetrokken. Een stad gedreven door de toekomst, waar woorden als groei en innovatie heel vaak worden gebruikt.

Binnenkort beschikbaar

Het trans-Atlantisch slavernijverleden

Wanneer men spreekt over het verleden van Almere, gaat het gesprek doorgaans niet verder terug dan de aanleg van de polder. Het is bijna alsof er geen geschiedenis was voor die tijd. Dit mechanisme zien we ook in werking treden wanneer we het hebben over het slavernijverleden.

Dat zou er voor wat Almere betreft niet zijn, want ‘toen bestonden we nog niet’. Een interessante stellingname voor een stad die relatief gezien de grootste community van nazaten in Nederland huisvest, namelijk zo’n 18% van de totale Almeerse populatie. Bovendien was het IJsselmeer een belangrijke route voor de schepen indertijd. Je zou dus kunnen stellen dat, hoewel het land er nog niet was, het water wel degelijk een plaats in die geschiedenis heeft.

Vandaar de noodzaak van een lokaal gesprek, waarin zowel heden als verleden ruimte krijgen, bij zowel de nazaten van de tot slaafgemaakten alsook de nazaten van de slavenhouders.

Geschiedenis

Gedurende 400 jaar werden volwassenen en kinderen uit delen van Afrika – voornamelijk door Nederlandse slavenhandelaren – ontvoerd en onder mensonterende omstandigheden over de Atlantische Oceaan verscheept naar de voormalige Nederlandse koloniën: Suriname en de Caraïbische eilanden Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint Eustatius en Sint Maarten. De bedoeling was om hen te verkopen aan andere mogendheden. Ook de oorspronkelijke bewoners van al die verschillende Nederlandse koloniën werden niet ontzien. In Azië werden de tot slaafgemaakten verkocht aan landen die onder het bestuur van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) stonden.

Generaties lang zijn mensen geboren in slavernij en tot aan hun dood gedwongen tot slavenarbeid, met het oog op enorme financiële winsten voor de Nederlandse plantage-eigenaren. Ze werden daarbij zwaar mishandeld en misbruikt.

Deze gedeelde geschiedenis heeft voor generaties na de afschaffing van de slavernij, tot aan vandaag, nog zichtbare en onzichtbare gevolgen in hun leven en in de samenleving. Niet onbekend zijn generationele trauma’s en institutioneel racisme.

SMOA (Stichting Multiculturele Organisatie Almere) wil een bijdrage leveren aan de heling, kennisoverdracht en herdenking van zowel de geschiedenis van de slavernij als de viering van de afschaffing van die slavernij. Maar daar blijft het niet bij, de stichting wil ook een actieve rol spelen in het samen positief aangaan van de toekomst om zodoende polarisatie bestrijden.

Doelstellingen

De doelstellingen die centraal staan binnen de activiteiten van dit project zijn:

  • Bewustwording en herdenking van het slavernijverleden;
  • Kennisoverdracht en educatie over het slavernijverleden;
  • Heling en toekomst in het kader van het herdenkingsjaar slavernijverleden.

Bewustwording en herdenking

De nazaten van de tot slaafgemaakten zijn zich over het algemeen bewust van de slavernijgeschiedenis en de effecten hiervan. Enerzijds omdat dit binnen deze huishoudens wordt meegenomen in de opvoeding en anderzijds omdat de mensen ervaringen hebben die een verband met de geschiedenis niet kunnen ontkennen. Voorbeelden zijn uitsluiting op basis van iemands zwarte huidskleur of naam (die een rol speelde bij veel betrokkenen in de recentelijke toeslagenaffaire); haardracht, culturele identiteit, de geringschatting van het Sranang een accent te noemen.

Deze bewustwording kan alleen ontstaan door de overdracht van culturele tradities, verhalen, eigen ervaringen en opvoeding binnen zwarte gemeenschappen en gemeenschappen van kleur.

Het concrete moment van herdenking binnen de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap gebeurt vooral op 1 juli tijdens Keti Koti, de viering van de afschaffing van de slavernij in Suriname en op de Nederlandse Antillen.

Bewustwording en herdenking zijn belangrijk. Niet alleen voor de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschap, maar juist ook hier buiten. Met Samen helen en herdenken is het vergroten van de bewustwording en het herdenken van het slavernijverleden iets wat buiten de Surinaamse en Antilliaanse gemeenschappen ook moet leven, daar het een gedeelde  geschiedenis betreft. De activiteiten zijn gericht op iedereen die daarvoor openstaat.

Kennisoverdracht en educatie

In de Surinaamse en Antilliaanse cultuur is het gebruikelijk om kennis over te dragen via verhalen; verhalen van vroeger, mythische verhalen en sprookjes. Orale kennisoverdracht is een manier om wijze levenslessen uit het Afrikaanse en Caribische culturele erfgoed door te geven.

De doelstelling educatie heeft meer te maken met de feitelijke gebeurtenissen rondom de slavernij en de gevolgen daarvan. Educatie is hierin belangrijk, omdat zonder kennis en inzicht de vooruitgang en verbinding worden belemmerd. Educatie zorgt mede voor meer begrip, empathie en perspectief. Deze elementen zijn nodig om nader tot elkaar te komen en samen te helen.

Heling en toekomst

Heling is een voortdurend proces. Alleen heeft niet iedereen toegang tot de juiste middelen om hier vorm en inhoud aan te geven. Bovendien kan het problematisch worden op het moment dat dit verbinding en een positieve toekomst tegenwerkt. Heling dient om die reden plaats te vinden bij zowel mensen met tot slaafgemaakte voorouders als bij mensen waarvan de voorouders slavenhouders waren.